Passief schrijven: waarom en wanneer doe je het (niet)?

Zinnen kun je actief en passief schrijven: “Ik eet de appel” of “De appel wordt gegeten door mij”. Maar hoe herken je een passieve zin, waarom kun je het beter vermijden en wanneer niet? In dit artikel krijg je antwoord op die vragen.

Zinnen kun je in de actieve vorm of de passieve vorm schrijven:

  • Dennis geeft het glas aan zijn vriendin, of
  • Het glas wordt door Dennis aan zijn vriendin gegeven.

De eerste zin is actief, de tweede zin passief. Maar wat de verschillen en waarom is actief schrijven (meestal) beter? En wanneer zijn passieve zinnen wel handig? In dit artikel krijg je het antwoord op die vragen.

Actief schrijven

Een ‘normale’ zin heeft een actieve of bedrijvende vorm. Dat betekent dat het onderwerp van de zin iets doet, namelijk wat in de persoonsvorm staat:

  • De voetballer schiet de bal in het doel.
  • De leraar beoordeelt de toetsen van de studenten.
  • Gisteren ontving de gemeente het bezwaar van de inwoner.
  • Het bedrijf maakte op de 22ste het salaris over.

Je ziet dat de persoon of zaak die een handeling uitvoert, het onderwerp is. Doodnormale, begrijpelijke zinnen dus.

Passief schrijven

Maar je kunt een zin ook passief of in de lijdende vorm schrijven. De persoon of het ding dat iets doet, is dan niet meer het onderwerp van de zin.

Je herkent een passieve zin aan het werkwoord ‘zijn’ of ‘worden’. Als we de actieve zinnen van hierboven passief schrijven, ziet dat er zo uit:

  • De bal wordt door de voetballer in het doel geschoten.
  • De toetsen van de studenten zijn beoordeeld door de leraar.
  • Het bezwaar van de inwoner werd gisteren ontvangen door de gemeente.
  • Het salaris is op de 22ste overgemaakt door het bedrijf.

Je ziet dat het onderwerp in de zin passief is: het doet zelf niets. De bal schiet niet, de toetsen beoordelen niet, de bezwaren ontvangen niet en het salaris maakt niets over.

Degene die iets doen, dus de handeling uitvoert, kun je aan de zin toevoegen met het woord ‘door’. In de voorbeelden zijn dat de voetballer die schiet, de leraar die beoordeelt, de gemeente die ontvangt en het bedrijf dat salaris overmaakt.

Vaak wordt die ‘door-constructie’ ook weggelaten. Zoals in deze zin, want ik had ook anders kunnen schrijven:

  • Passief: “Vaak wordt de ‘door-constructie’ ook weggelaten.”
  • Passief met door: “Vaak wordt de ‘door-constructie’ ook weggelaten door de schrijver.”
  • Actief: “Vaak laat de schrijver de ‘door-constructie’ weg.”

Welke zin vind jij het lekkerst lezen?

Waarom is actief ‘beter’ dan passief?

Er zijn 5 redenen waarom je een zin beter actief kunt formuleren dan passief:

  1. Onze hersenen verwachten dat het onderwerp van de zin iets doet, namelijk wat in de persoonsvorm staat. Verander je de formulering, dan kost het ons meer tijd om de zin te verwerken en begrijpen. We moeten namelijk gaan puzzelen om te achterhalen wie of wat de handeling uitvoert.
  2. Met een actieve zin heb je minder woorden nodig om hetzelfde te zeggen. Kijk maar naar de zinnen hierboven: als actieve zin heb je 8 of 9 woorden nodig, als passieve zin 10 en 11 woorden.
  3. Een passieve zin maakt je boodschap minder persoonlijk. Degene die iets doet verdwijnt naar de achtergrond (of laat je helemaal weg). Je zin wordt zo ‘een passieve mededeling over een actieve handeling’ in plaats van ‘een actieve handeling’. Vandaar ook de term ‘passief’.
  4. Passieve zinnen halen de vaart uit je tekst. Je tekst wordt stroperiger, saaier en moeilijker te lezen.
  5. Passieve formuleringen komen met andere vervelende formuleringen: lange zinnen (die noemde ik net al) en de naamwoordstijl. Samen maken ze je tekst minder begrijpelijk.

In 2 stappen passieve zinnen voorkomen

Passieve zinnen maken je tekst dus minder begrijpelijk en aantrekkelijk. Merk jij ook dat je regelmatig passief schrijft? Dan kun je in twee stappen je zin aanpassen naar een actieve zin:

  1. Probeer eerst te ontdekken wie of wat iets doet in je zin, door de vraag ‘door wie of wat?’ te stellen. Soms staat het antwoord al in de zin, maar niet altijd. Het antwoord op de vraag is het onderwerp van de nieuwe, actieve zin. Een voorbeeld:
  • De kat wordt geaaid.

Als je de vraag stelt door wie de kat wordt geaaid, dan ontdek je dat het Fleur is. Of Kees. Afijn, een persoon. De zin maak je vervolgens actief door Fleur (of Kees) het onderwerp te maken: Fleur (of Kees) aait de kat.

  1. Vraag je af of het ontdekte onderwerp (wie of wat iets doet) relevant is in jouw zin. Soms is het niet belangrijk om te zeggen wie de handeling verricht, bijvoorbeeld in deze zin:
  • Wij verhogen elk jaar in mei de huurprijs.

Je kunt de zin ook anders formuleren, zonder dat het een passieve zin wordt: De huurprijs stijgt elk jaar in mei.

3 situaties waar passief schrijven wel handig is

Actief schrijven is in de meeste gevallen dus beter, maar niet altijd. Soms kun (of moet) je een zin passief formuleren, bijvoorbeeld in de volgende 3 situaties:

  1. Als degene die iets doet niet bekend of belangrijk is.

Soms is het niet duidelijk wie of wat iets doet en dus het onderwerp moet zijn. Dan moet je eigenlijk wel passief schrijven. Een voorbeeld:

  • De benzineprijzen worden verhoogd.

Dat de benzine duurder wordt is relevant, maar wie dat doet is minder interessant. Zijn dat de benzinestations? Is het de overheid die de accijnzen verhoogt? Komt het door de oorlog? Voor de doorsnee autorijder doet dat er niet toe.

  • In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies van het onderzoek besproken.

In wetenschappelijke teksten is het (in westerse landen) de afspraak dat de inhoud belangrijk is. Wie het onderzoek heeft gedaan of erover heeft geschreven, dat is minder relevant. Daarom schrijf je in zulke teksten niet in de ik-vorm, maar passief.

Toch kun je deze zin ook actief formuleren: “In dit hoofdstuk volgen de belangrijkste conclusies van het onderzoek.”

  1. Als je de nadruk wilt leggen op wat of wanneer er gebeurt, en niet op wie dat doet.
  • Er wordt gefluisterd dat de directeur bij die fraudezaak betrokken is.

Wie dit fluistert is minder belangrijk dan het feit dat het gerucht er is.

  • Het meisje geeft aan dat zij jarenlang door haar ex-vriend werd geïntimideerd.

Hier gaat erom dat het meisje jarenlang werd geïntimideerd. Dat het haar ex-vriend was, is minder van belang.

  1. Als vooral het resultaat belangrijk is.
  • Voor de schoonmaak moet de ruimte opgeruimd worden.

Het zal de schoonmakers hier een zorg zijn wie de ruimte opruimt, als het maar gebeurt voordat zij aan de slag gaan.

Overigens: zinnen kun je alleen passief schrijven als het onderwerp een mens of een dier (een levend wezen). Probeer deze zinnen maar eens passief te maken:

  • De storm raast over het land.
  • De bloemetjes staan al vroeg in bloei.
  • De horeca mag vanavond langer open blijven.

Conclusie: wel of niet passief schrijven?

Een passieve zin is taalkundig correct. Je mág het dus gewoon gebruiken, maar er kleven een paar nadelen aan. Daarom adviseer ik om alleen in de passieve vorm te gebruiken als je er een goede reden voor hebt.

Of, zoals voor zo veel dingen in het leven geldt: gebruik het met mate.

Hoe goed en begrijpelijk is jouw tekst?

Wil je weten hoe je jouw teksten ook correct, duidelijk, efficiënt, aantrekkelijk, gepast en betrouwbaar kunt maken? Meld je dan aan voor ‘de begrijpelijke mail’ en ontvang elke week een tip voor een goede (of betere) tekst.

Gratis tips voor een goede tekst?

Meld je aan voor de 'begrijpelijke mail'. Geen woord Spaans, wel tips om meteen te gebruiken. ¡Bien!

Momentje...

Bedankt, check je mailbox voor de eerste tip!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.